Sulawesi weest - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van Carice Laar - WaarBenJij.nu Sulawesi weest - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van Carice Laar - WaarBenJij.nu

Sulawesi weest

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg Carice

24 April 2009 | Indonesië, Batavia


Sulawesi! Hoewel maar een paar uur vliegen echt een wereld van verschil met Bali. Bali, dat tot nu toe niet echt ons hart heeft gestolen maar wel een eiland waar je alles kunt vinden dat je zou kunnen missen op reis; pizza, babybelkaas, wijn, pasta en zo veel meer. Sulawesi, waar je het met Engels niet echt redt; dus inmiddels kan ik wat dingen duidelijk maken in het Bahasa Indonesia. Van 'maak mijn kamer schoon alsjeblieft' tot 'ze moet overgeven' tot 'nee dat vind ik echt te duur' tot 'niet te pittig voor de baby graag', ik flap het er zo uit.

Maar goed, Sula dus.
Vanuit Ngurah Rai Airport op Bali vlogen we alweer ruim drie weken geleden naar Manado, Noord-Sulawesi. Alweer een (overigens niet onprettige) grote stad met hoge gebouwen en vierbaanswegen. In de taxi van het vliegveld naar het centrum 's nachts reden we langs huizen met rode verlichte kruizen in de tuin; Noord-Sulawesi is overwegend christelijk en de mensen bleken er erg vriendelijk; vierbaanswegen waren voor ons een eitje omdat er meestal wel een wuivende hand uit een raampje gestoken werd of een lichtsein werd gegeven voor ons om veilig over te steken. Dat was nieuw! Wat ook nieuw was, of eigenlijk misschien voorheen onbewust vermeden; Sula is hard reizen. Niks aircobus met complementary drinks en wc in the back, nee, dit is het eiland van de rammelende wrakken met kippen op het dank, billen van vreemden op je tenen, 'natuurlijke airco' en veel kretekwalmen. Slechte wegen, rotsblokken en aardverschuivingen over de weg, of soms gewoon weg is de weg. Toen we na 10 uur uit de bus kropen in Gorontalo zag het buslijk eruit alsof er een snackbar in ontploft was; overal etensresten, sap op de stoelen en peuken en bierflesjes op de grond. Carice vond het geheel gelukkig een stuk leuker dan wij maar zij zat dan ook niet ingeklemd tussen zes mensen op de achterbank met de voeten bungelend boven de trap.
Gorontalo is een provinciestad ten voete uit; rechte straten met veel bomen, niet al te veel verkeer, iedereen kent elkaar en iedereen weet dat wij er zijn, twee mensen uit Nederland met een blonde baby. Gorontalo is al niet meer uitgesproken christelijk en op sommige dagen is de hoofdstraat afgesloten om de geparkeerde auto's van moskeebezoekers te accommoderen. Wat komt er toch een herrie uit die dingen, en dan bedoel ik niet de auto's.
Hoewel we zondagavond al in Gorontalo aankwamen besloten we pas vrijdag de boot naar de Togean Islands te nemen. Dit, omdat we firsthand van ooggetuigen hoorden dat de boot van woensdag misschien niet zo'n puik plan zou zijn met een klein kind. Een houten boot van ongeveer 40 meter met één slaapruimte met een stahoogte van zo'n 1.70, toiletten die de duur van de reis niet uithouden en veel ongedierte. Dan dus maar de stalen ferry van vrijdag. De bemanning was zo vriendelijk om ons tegen een exorbitant hoog bedrag (oké, voor NL begrippen is 27 euro niet zo veel maar toch) een 4-beds personeelscabin met airco aan te bieden, een kans die we met alle zes de handen aangrepen. Zelfs Carice was blij om na zes dagen regenachtig muggenrijk Gorontalo te vertrekken.
De nachtelijke bootrit naar Wakai op de Togean Islands duurt 12 uur en in ons geval hadden we een heerlijk rustige zee en een redelijke nachtrust. Bij aankomst bleek onze gecharterde boot-met-bemanning voor het laatste stuk naar onze bestemming in geen velden of wegen te bekennen, en daar zaten we dan. Binnen vijf minuten stond half Wakai ons aan te gapen en Carice's benen blauw te knijpen, haar mond af te vegen en haar broek recht te trekken. Ik had er in Gorontalo al een knakmomentje van gehad en dit was er bijna weer een; zelfs in duidelijke doch vriendelijke Indonesische bewoordingen waren ze met geen stok weg te slaan bij de kinderwagen en Stefan werd zelfs opzij geduwd om ons blonde wonder maar te kunnen aanschouwen. Zie ook bijgaande foto voor een sfeerimpressie.
Gelukkig bleek daar dan toch onze houten kano-met-zijleggers-charterboot te zijn, ik wist niet hoe snel ik erin moest springen. Contact met lokale bevolking is leuk maar dit redelijk onbeschofte aapjes kijken kan echt vervelend zijn.
Na een suf bootritje van 3,5 uur (suf omdat één van de twee bemanningleden op de punt ging vissen en de lijn logischerwijs in de buitenboord terecht kwam en eruit gesneden moest worden) dan toch echt het geweldige strand van het Togian Island Retreat in zicht. Wit zand, helder water met veelbelovende koraalriffen eronder, en honden, veel honden.
Het uit de kluiten gewassen roedel lelijke honden bleek van de Amerikaanse eigenaresse van het Retreat, Sylvie. Typisch geval van buitenproportionele dierenliefhebberij in een land waar alle dieren op het bord terecht kunnen komen en verder veelal slechts dienen als bron van (leed)vermaak. Het begon dus met één hond en nu....zijn het er denk ik iets van tien? Tel daar tien katten bij op, 4 of 5 hanen met familie en je hebt een drukte van belang. Maar goed, alles went, en pup Lily maakte veel goed, een wit schatje van een maand of drie dat overdag lag te soezen op onze veranda. Helaas verdween Lily op onze laatste nacht, waarschijnlijk is ze nu een bobbel in een python.
Even wat Togian info: Het eiland waar wij op verbleven was het grootste, in lengte schat ik ongeveer 30 km en gem. breedte ongeveer 20 km. Wakai, waar de ferry aankomt, ligt op de noordelijke punt en Bomba, waar wij in de buurt verbleven, op de zuidelijke punt. Overland is zeer moeilijk te reizen omdat het vol staat met jungle bevolkt door wilde zwijnen, pythons, krokodillen en ander soortig gespuis, en omdat de vulkanische grond nogal oneven is. Er zijn 5 kleine (moslim) vissersdorpen op het eiland, that's it. Gelukkig ligt het Retreat op twee uur lopen van Bomba (oké, of tien min varen) dus gelukkig geen nachtelijk moskeelawaai. Wat dan wel?
Zoals gezegd veel koraal met allerlei zeeleven als papegaaivissen, pijlstaartroggen, clownvissen, verschillende rifvissen en blowfish. Ander vermaak putten we uit de enorme collectie leesbare boeken die het Retreat rijk is. Verreweg de meeste voldoening kwam echter voort uit de heerlijke maaltijden die kok Uyu twee, of eigenlijk driemaal per dag klaarmaakte.
Het principe op de eilanden is dat je accomodatie betaalt incl. alle maaltijden. Je eet dus altijd daar (niet dat we ergens anders heenkonden trouwens) en je hebt niets te kiezen, maar voor ieder wat wils. Ik had bijna dagelijks verse visjes, verse krab en heerlijke salades, en Stefan kon zijn hart ophalen aan de versgebakken huisgemaakte pizza. ALLES was trouwens huisgemaakt/gevangen/verbouwd, alleen de kip was niet huisgeslacht maar ingevaren per boot. Na een week nasi goreng, cap cay en gado gado in Gorontalo was dit echt een hemel op aarde. En dat alles voor slechts 14 euro pp, Carice gratig. Helaas begon Carice twee dagen voor vertrek aan alle kanten eten uit te spuwen, een virusje opgepakt. 40 graden koorts erbij en je hebt een risico in zo'n warm land en dan ook nog op een 'primitieve' locatie (electriciteit alleen tussen 18-22.30 u, geen stromend water, geen dokter in de buurt, geen telefoon...). Veel drinken deed ze ook al niet dus echt blij werden we er niet van. Op maandag vertrokken we naar het vasteland, ditmaal slechts een bootrit van twee uur naar Ampana, Centraal Sula. Sylvie ging met ons mee voor haar wekelijkse inkopen en e-mailronde, en zij regelde een dokter voor Carice. Die kwam gelijk aan met een flesje antibiotica, dus Carice slurpt nu tweemaal per dag een roze substantie met aarbeiensmaak naar binnen. Gevolg is dat ze weer drinkt en aardig begint te eten, nog maar sporadisch krampen heeft en geen acht volle poepluiers per dag meer. Maar ze is wel echt afgevallen en heeft wat losse plooien hangen. Helaas kickte het roze goedje nog niet echt in tijdens de negen uur durende autotrip van Ampana naar Palu, aan de westkust van Centraal Sula. Gelukkig hadden we wijselijk een minibus met chauffeur gehuurd en gelukkig had de minibus neplederen bekleding want Carice gooide er vanalles uit onderweg. Het hotel in Palu was gelukkig een oase van hygiene, voor het eerst sinds drie weken weer warm stromend water! 's Avonds voelde ik me echter niet zo puik, de gasbel bij Slochteren was er niets bij. Na een nacht op het porselein, een dag met veel slapen en weinig doen en nog een onrustige nacht vertrokken we vroeg richting het vliegveld van Palu.
Vrijwel alles gaat daar nog manueel (maar gelukkig niet het aanslingeren van de DC-9's); een weegschaal met wijzer om je tas op te leggen, een drukschrijvend mannetje die je boardingpas schrijft, mannetjes die je tassen naar het vliegveld brengen, etc. Hoewel de stoelen in het vliegtuig behoorlijk scheef en los stonden en de wc deur alleen openging als de mevrouw in de stoel ervoor naar voren leunde vloog de vlucht (voor mij enigszins koorts- en krampachtig) voorbij en waren we in Makassar. Na van het bekende kastje (gate 3) naar de muur (o nee, toch weer gate 6) gestuurd te zijn vonden we ook daar weer onze stoelen in een ditmaal wat robuuster uitziende Boeing richting Bali, waar ik dit verhaaltje nu aan het tikken ben.
Mijn broer Vincent is net aangekomen en ligt zijn slaapgebrek/jetlag weg te slapen. Carice herkende hem niet direct maar haar verlegenheid (welke ze verder vrijwel niet heeft) verklapte dat ze wist dat ze deze lange meneer toch ergens eerder had gezien.
Voor Carice is het fijn dat ze even niet fijngeknepen wordt, hoewel dat buiten Kuta wel anders is. Over een paar dagen richting de Gili eilanden van Lombok maar eerst zondag nog even Koninginnedag vieren! Hierover tzt meer.....

  • 25 April 2009 - 07:16

    Vince:

    ole, ole its a bali holiday
    tzjiketzjik lala tzjiketzjike lala ole...

  • 26 April 2009 - 19:53

    Endang&Pa:

    Prachtig verslag,echt genoten. mooie plaatjes. We hebben toch een beetje het idee dat jullie Bali verslaafd raken. Als jullie in kuta poppys lane 1, hotel la walon vinden,moet je ons mailen,kunnen we een leuke prijs voor je regelen! gr/kus Pa&E

  • 27 April 2009 - 00:00

    Stefan:

    Hey pa en Endang,

    toevallig zitten we nu naast La Walon in Fat Yogi. Geweldige kamer, erg stijlvol met donker hout en sfeervolle verlichting, giga bed, airco, zwembad etc etc(16 euro en dat is de duurste kamer). Morgen naar de Gili eilanden, daarna Ubud.

    Doeii!

  • 27 April 2009 - 07:01

    Ruthie:

    geweldig om weer wat van jullie te lezen. al eerder een e-mail gestuurd, wij kregen geen link (e-mail) dat je een bericht hebt op waarbenje nu. Dus ging ik rechtsreeks naar de site toe en zag ik het, Heerlijk om te lezen, ik hoop dat Carise gauw weer beter wordt. Leuke foto's.
    Veel liefs, Ruthie

  • 03 Mei 2009 - 17:59

    Jan En Endang:

    Hai Stefan en Pien,

    Ubud is mooi om ook daar te blijven, alsof op het platteland in Java. Veel plezier en hoor nog van jullie, gr. en dikke kussen van ons voor jullie allemaal.

  • 04 Mei 2009 - 07:03

    Marij:

    Hi guys!

    Reizen lijkt me toch hard werken. Ik krijg al slaap als ik het verslag lees, maar nu krijg ik al snel slaap.
    Hier is koninginnedag soepel verlopen alleen was het oppassen geblazen voor kleine zwarte autootjes. Crispijn en Rozemarijn waren aan het verkopen naast het Hilton en ik heb me daar beziggehouden met biertjes. Dikke knuffel aan Carice en aan jullie natuurlijk ook!
    Kussie!

  • 08 Mei 2009 - 13:17

    Naomi:

    Oei dat zal wel flink schrikken zijn geweest met zo'n zieke Carice...en daarna Pien gevloerd...jekkes. Nu wel weer helemaal opgeknapt? Veel plezier en dikke zoenen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Batavia

Carice

Thailand & beyond! Ruim 4 maanden met pa en ma door Azië.

Actief sinds 12 Dec. 2008
Verslag gelezen: 314
Totaal aantal bezoekers 18854

Voorgaande reizen:

10 Februari 2009 - 15 Juni 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: